'150 medewerkers, een hoofdkwartier in Sydney, kantoren in China, Indië, Amerika en Engeland. Het is inderdaad een hele verantwoordelijkheid'
Michael, van student tot wereldspeler. Hier gebeurt het.
👉🏽 Hoe Michael De Nil, een gewone jongen van op De Nayer, een spelbepaler werd in het Internet of Things
Michael De Nil (38) is een chipdesigner in Sydney, Australië. Michael ontwerpt microchips voor langeafstands-wifi. En geen klein beetje ook. De CEO van Morse Micro haalde onlangs 140 miljoen Australian Dollar, ongeveer 91 miljoen euro, op voor zijn bedrijf dat in korte tijd uitgroeide van een tweemanszaak tot een wereldspeler met 150 medewerkers in Sydney, maar ook in Bangalore, Hangzhou, Cambridge en California. Michael was even in België en vereerde zijn oude campus De Nayer en zijn voormalige mentor opleidingsmanager Patrick Pelgrims van Elektronica-ICT met een bezoekje. Wij mochten erbij zijn.
Honderdtwintig miljoen euro in totaal, waarvan een groot deel van het Japanse MegaChips, dat is geen peanuts. De verwachtingen van de geldschieters zijn hooggespannen. Ze zijn ervan overtuigd dat het chipje, dat kleiner is dat een postzegel en dat Michael voor ons op tafel legt, het Internet of Things (IoT) gaat veroveren en onze manier van connecteren, van leven, wonen en werken gaat veranderen.
Wat is er nu zo speciaal aan de Wi-Fi HaLow 802.11ah?
'Het specifieke van ons product is dat we met lagere frequenties werken,' zegt Michael. 'De wifi gaat tien keer trager, maar ook tien keer verder. Tot wel een kilometer. Als je dat in 3D bekijkt, dan is je bereik dus niet tien maar duizend keer groter. Een campus als deze kan je volledig afdekken met één access point.'
Dat zal Proximus graag horen, gooit fotograaf Ben ertussen.
'Het is niet de bedoeling dat we met de klassieke snelle wifi gaan concurreren', lacht Michael. 'Je zou op deze campus bv. een apart netwerk kunnen installeren dat al die kleine duizenden sensoren bedient die tegenwoordig overal in zitten, van de beveiligingscamera's, de verlichting, de verluchting, de sproeiers in het gras, en noem maar op.'
(Lees verder onder de foto's)
Ultra long range, ultra low power (ook niet te versmaden in deze tijden van energiecrisis) en maximum capacity, dat zijn de troeven van de HaLow. Ergens hebben we gelezen dat Morse Micro 'leadership' claimt wat de ontwikkeling van deze chips betreft. Wat houdt dat in?
'Er zijn natuurlijk meer bedrijven bezig met deze technologie', zegt Michael. 'Maar het is een nieuwe standaard en een nieuwe markt, de grote spelers hebben daar geen tijd voor en van de startups staan wij daar gewoon het verst in. We schatten dat dit op termijn groter wordt dan de huidige wifi in het IoT en als je weet dat er nu wereldwijd al vier miljard toestellen geconnecteerd zijn, dat begrijp je dat het potentieel enorm is. Voor we tien jaar geleden met onze startup begonnen zijn, hebben mijn Australische partner Andrew en ik zes jaar bij de marktleider in de wifi gewerkt. In ons bedrijf werken mensen die wifi hebben helpen uitvinden. Dat helpt.'
'Nu komt het erop aan een miljoen chips per maand te verkopen om break even te draaien.'
Groeien van twee naar 150 man, hoe doe je dat?
'Stap voor stap', lacht Michael. 'Je hebt gewoon heel veel heel knappe ingenieurs nodig en dat kost geld. De eerste stappen zet je door zelf de boer op te gaan om centen op te halen voor jouw ideeën. Dat is de zogenaamde 'angel'-ronde. Dat zijn nog relatief kleine bedragen. Als je dan een 'proof of concept' hebt, een bewijs dat het kan werken zeg maar, dan kan je gaan aankloppen bij de 'venture capitalists', de durfkapitalisten. Dan spreken we toch al over een paar miljoenen. En zo verder dus. Gelukkig krijgen we veel steun van de Australische overheid. Down under zijn we het grootste bedrijf in halfgeleiders en dus ook aantrekkelijk voor aanstormend talent. De volgende stappen worden niet gemakkelijker. Nu komt het erop aan een miljoen chips per maand te verkopen om break even te draaien ...'
'Ik wilde eigenlijk informatica studeren, maar de Patrick hier heeft me overtuigd ...'
(Lees verder onder de foto's)
Kermisklanten
Maar nu onze brandendste vraag. Hoe wordt een studentje van De Nayer een wereldspeler in een hoogtechnologische sector? Stap voor stap dus. Het begon in 2002.
'Ik kwam van Boekhouden-Informatica in het middelbaar', zegt Michael 'en ik wou eigenlijk Informatica gaan studeren, maar de Patrick hier (knikt naar opleidingsmanager Patrick Pelgrims) heeft me overtuigd om voor Elektronica-ICT te kiezen.'
Patrick: 'We gaven die mannen in die tijd al veel vrijheid om hun eigen weg te zoeken, hun eigen projecten uit werken, hun eigen dingen te maken. Ik herinner me bijvoorbeeld dat ze een zelfdovende vuilbak hebben ontworpen (lacht). Michael en zijn maten Joris en Lennert zijn ook op Erasmus geweest, op de Haagse Hogeschool, bij Wilhelm De Kaper. En daar hebben ze veel geleerd.'
'Dat klopt', zegt Michael. 'In Nederland werkten ze toen al puur op projectbasis. Zo hebben we voor familie van Joris, een bedrijf gespecialiseerd in audio-installaties voor kermissen, een sampler ontworpen. Je weet wel je duwt op een knop en het schalt 'Grote prijzen, grote prijzen' door de luidspreker. Een kaartje in een bakje. Maar dat was toen nog vrij complex. En een belangrijk onderdeel van de software hebben we zelfs opensource gemaakt'
On top in Down Under
Na zijn bachelor op De Nayer behaalt Michael aan de TU Eindhoven in twee jaar tijd zijn diploma van burgerlijk ingenieur en loopt hij stage bij een spin-off van Philips in chipdesign. Daarna kan hij in Nederland bij IMEC aan de slag als researcher. In 2010 verkast Michael naar Australië, waar hij zes jaar lang als hoofdingenieur werkt voor wifi-pionierbedrijf Broadcom Limited. Dan is de tijd gekomen voor de grote sprong in het ongewisse en lanceert hij, samen met Andrew Terry, de startup Morse Micro. Ook de uitvinder van wifi himself, professor Neil Weste en andere wifi-veteranen, volgen.
En daar sta je dan, als gewone jongen uit het nietige België, met miljoenen op zak en grootse dromen, klaar om de wifi-hemel te bestormen.
'150 mensen die voor je werken, 38 nationaliteiten, een hoofdkwartier in Sydney, maar ook kantoren in China, Indië, Amerika en Engeland. Het is inderdaad een hele verantwoordelijkheid', zegt Michael. 'Het belangrijkste is nu dat we de juiste mensen aannemen en ons product kunnen verkopen. Voor mij persoonlijk betekent dit veel reizen. Ik was tijdens corona vijf maanden in Amerika. Gelukkig samen met het hele gezin, mijn vrouw en beide dochtertjes. Dat scheelt natuurlijk. Dat was trouwens geen sinecure tijdens corona. Je kon toen Australië wel verlaten, maar terug het land binnenkomen, dat was een ander paar mouwen.'
(Lees verder onder de foto's)
Tetra-project
'Bekwame mensen zoeken', dat is een van de prioriteiten op Michaels wereldwijde queeste. Het talent in Australië is bijna uitgeput. Misschien vindt hij wel mensen in België?
'We hebben een graduate program van 6 maanden', zegt hij. 'En daar komen telkens 200 à 300 sollicitanten op af. Na technische tests houden we vijf à tien mensen over die in het programma stappen, wat op zich nog geen garantie inhoudt dat ze ook voor ons gaan werken. Maar inderdaad, ik heb twee jaar geleden al eens een oproep gedaan in België om mensen te werven, maar we hebben daar, meen ik, maar één kandidaat aan overgehouden. Nu, Australië is ook niet bij de deur natuurlijk.'
Samenwerken met Thomas More zit er wel in, al is het ook weer niet zo evident.
Patrick Pelgrims: 'Het is mede dankzij onze connectie met Michael dat we 400.000 euro hebben gekregen voor ons Tetra-project WiSLEEP in verband met langeafstands-wifi', knipoogt hij. 'Daarin onderzoeken en vergelijken we de mogelijkheden van de nieuwste standaarden en hardware voor draadloze IoT-communicatie. Ons 'fabriekje' Embedded Factory is uniek in het onderwijslandschap. Maar voor een bedrijf als dat van Michael zijn we uiteraard maar een kleine speler.'
'Tja, als ik moet kiezen tussen Apple of Patrick om mijn chips aan te verkopen, dan kies ik op dit moment voor Apple', lacht hij.
Voor de foto's trekken we nog even naar het Embedded Factory Lab van Elektronica-ICT en deze wereldspeler, die braaf naar de uitleg van zijn vroeger meester luistert, is toch echt onder de indruk van de apparatuur die daar staat, de pick and place-machine bijvoorbeeld en weet ik wat nog allemaal.
Wat later, buiten op het grasveld voor de campus, zie je dat ook deze door de wol geverfde wereldreiziger even thuiskomt, terug in de tijd landt. Een gewone jongen op de campus, maar met een rugzakje van Morse Micro nu. En daarin een doosje met een antenne en daarin een chip kleiner dan een postzegel die een kilometer ver toestellen verbindt met het internet en waar miljoenen voor op tafel worden gelegd. Het is eens iets anders dan een bakje waaruit kermisgeluiden komen ...
(wm)
Ook gebeten door het computervirus? Ontdek dan onze opleiding Elektronica-ICT op onze website.