'Ik wil dat mijn leerlingen later met positieve herinneringen terugkijken op mijn lessen.'
Meester Arne van het vierde leerjaar
Arne Desmedt (22) studeerde voor Leraar Lichamelijke Opvoeding - Bewegingsrecreatie, en ging meteen daarna nog voor een verkort traject Leraar Lager Onderwijs. Vandaag staat hij voor de klas in het vierde leerjaar, en gaat er geen les voorbij waarop hij zijn leerlingen niet heeft laten bewegen - zelfs als er gewoon een dictee gemaakt moet worden. 'Kinderen onthouden leerstof sneller als ze niet doorhebben dat ze aan het leren zijn.'
In het middelbaar studeerde Arne humane wetenschappen, maar nadien gooide hij het over een andere boeg en koos hij voor een sportrichting. Niet zo'n onlogische keuze, vindt Arne zelf. 'Ik ben als topsporter altijd geïnteresseerd geweest in sport, en heb het altijd leuk gevonden om mijn eigen vaardigheden door te geven aan kinderen. Die voorliefde voor sport gecombineerd met het feit dat ik kinderen graag iets wilde bijbrengen, bracht me nogal snel bij de opleiding Leraar Lichamelijke Opvoeding - Bewegingsrecreatie. Voor mij was dat de ideale combinatie van mijn interesses.'
Sinds het middelbaar is Arne acrobatische gymnast op topniveau. Zijn wedstrijden brachten hem al regelmatig in het buitenland, en doorheen het jaar trainde hij gemakkelijk vijftien uur per week. 'Ik was gelukkig wel een goede student. Herexamens heb ik bijvoorbeeld nooit gehad. Ik denk dat ik de discipline die ik in mijn studie aan de dag leg deels ook heb meegekregen door het turnen. Planning is voor mij altijd essentieel geweest; ik wist dat ik tijdens het jaar niet altijd evenveel tijd had om voor school te werken. Maar op de momenten waarop het er echt toe deed, zoals tijdens de examens, moest alles wijken voor mijn studies.'
(Lees verder onder de foto's)
Dat de studierichting hem ook in de praktijk echt lag, maakte het leren alleen maar gemakkelijker. 'Het sportdeel in de opleiding was zelfs groter dan ik had verwacht. Je hoort regelmatig: een sportleraar, die moet gewoon wat spelregels kennen. Maar er zit uiteraard veel meer achter: het hele didactische luik is bijvoorbeeld allesbehalve gemakkelijk. En dan heb ik het nog niet over vakken als anatomie en inspanningsfysiologie. Die vakken zijn allemaal ontzettend belangrijk om blessures tijdens het sporten te voorkomen.'
Na drie jaar studeren had Arne zijn diploma Leraar Lichamelijke Opvoeding op zak, en volgde hij nog een verkort traject Leraar Lager Onderwijs bij. 'Na mijn eerste studie was ik er zeker van dat werken in het lager onderwijs iets voor mij was. Maar ik wist ook dat je je als pas afgestudeerd leraar lichamelijke opvoeding ook wat moet kunnen onderscheiden. Daarom koos ik nog voor dat verkort traject. Ik dacht: zo kan ik later les lichamelijke opvoeding geven én voor de klas staan. Dat leek me een geweldige combinatie.'
'In plaats van een gewoon dictee te maken waarbij kinderen de hele tijd achter hun lessenaar zitten, kan je de oefeningen ook verspreiden doorheen het klaslokaal.'
Vandaag is Arne afgestudeerd, en staat hij geheel volgens plan voor de klas in het vierde leerjaar. Lichamelijke opvoeding geeft hij op de school waar hij werkt momenteel niet. 'Maar ik voel me wel heel hard op mijn gemak op deze school. En ik heb het gevoel dat ik zowel wat ik heb geleerd tijdens die drie jaar lichamelijke opvoeding als tijdens mijn verkort traject dagelijks kan toepassen in mijn lessen. In dat opzicht waren mijn studies een geweldige basis voor wat ik vandaag aan het doen ben.' Het is bovendien niet omdat Arne vandaag niet in een sportzaal staat, dat zijn leerlingen tijdens zijn lessen niet moeten bewegen. 'Bewegend leren is iets wat ik hoog in vaandel draag: tijdens elke les wil ik dat mijn leerlingen tenminste een beetje bewogen hebben.'
(Lees verder onder de foto)
'Er moet in mijn lessen de ruimte zijn om af en toe eens compleet de mist in te gaan. En dan hoop ik maar dat mijn leerlingen later denken: aan die meester Arne, daar heb ik nu eens écht iets aan gehad.'
Dat dat nog een vrij nieuwe aanpak is, lijkt hem daarin niet tegen te houden. En ook zijn collega's zijn geïntrigeerd door die nieuwe manier van werken. 'Studies tonen aan dat kinderen tegenwoordig te veel stilzitten, nu ze vaak na de lessen aan het gamen zijn. Daar wil ik met mijn lessen wat tegengewicht bieden. Dat gaat vrij gemakkelijk: je verwerkt sport hier en daar in de manier van leren. In plaats van een gewoon dictee te maken waarbij kinderen de hele tijd achter hun lessenaar zitten, kan je de oefeningen ook verspreiden doorheen het klaslokaal. Zo hoeven mijn leerlingen nooit vijftig minuten stil te zitten. En kinderen beseffen op die momenten ook niet dat ze aan het leren zijn, en nemen de leerstof daardoor sneller op.'
Arne wil een leerkracht zijn waar leerlingen later met positieve herinneringen op terugkijken, iemand die hen meer heeft bijgebracht dan de verplichte leerstof alleen. 'Ik wil een sfeer creëren waar leerlingen zich veilig en aanvaard voelen. Ik probeer een leerkracht te zijn waar kinderen altijd bij terechtkunnen, en die een huiselijke sfeer in het klaslokaal probeert binnen te brengen. Er moet in mijn lessen de ruimte zijn om af en toe eens compleet de mist in te gaan. En dan hoop ik maar dat mijn leerlingen later denken: aan die meester Arne, daar heb ik nu eens écht iets aan gehad.'
🤸🏽♂️ Arne studeerde Leraar Lichamelijke Opvoeding - Bewegingsrecreatie op de campus in Turnhout.
👨🏽🏫 En ging meteen daarna voor een verkort traject Leraar Lager Onderwijs.
🏅 Wil je meer weten over studeren als topsporter? Dan vind je hier de eerste info.
🤝🏿 Of kom eens kennismaken!