‘Werken met mensen die de wereld anders waarnemen, is zo verrijkend!’ 

Alumna Ines Himschoot brengt G-sport in beweging.

Inclusief sporten. Met exclusief oog en oor voor de sporter. Ines Himschoot zet alle zintuigen op scherp als assistent-coach van de Belgian Bulls. Dat is het nationale herenteam goalbal, een balsport voor mensen met een visuele beperking. Een sport die het leven van Ines voelbaar verruimt. 

Enige meisje

Ines Himschoot (°1996) houdt van wetenschappen. Daarom volgt ze in het middelbaar Techniek Wetenschappen aan het GIB in Brasschaat. ‘Ik was er lang het enige meisje’, lacht ze. Eigenlijk wil ze Sportwetenschappen studeren, omdat haar hart ook klopt voor sport. ‘Dat hebben ze me toen afgeraden’, vertelt ze verder. ‘Ik heb dyslexie en talen waren moeilijk. Hoewel ik goede cijfers had. Uiteindelijk ben ik blij met de richting die ik toen koos. TO, fysica, dat ruimtelijke inzicht … ik vond het echt uitdagend.’ 

Tussen de aapjes

Voordat Ines gaat verder studeren, trekt ze met AFS op uitwisseling naar Indonesië. Ze volgt er les op een lokale school en woont bij een gastgezin. ‘Ik wilde weten hoe het was om elders te leven. En omdat mijn grootvader in Indonesië heeft gewerkt, hoorde ik via mijn grootmoeder heerlijke verhalen over aapjes daar, de bossen, geuren en kleuren … Dat half jaartje was een ervaring voor het leven. Ze hadden me eerst in het vierde middelbaar gezet. Daar zat toen één jongen die een beetje Engels kon’, lacht Ines. Ze leert er omgaan met de taalbarrières en cultuurverschillen. ‘Indonesië is grotendeels islamitisch. Buiten aan mijn kamer hing er een luidspreker die het gebed afriep. De eerste keer om half vijf en dat vijf keer per dag. Fantastisch vond ik dat! Het was mijn note to self: ik ben hier echt.’ Nog een gewoonte: de leerlingen blijven er langer op school voor hun hobby’s. Ook Ines doet mee. Ze volgt er Pencak silat, een lokale gevechtssport die ze – opnieuw in België – nog enige tijd blijft beoefenen.

(Lees verder onder de foto's)

Fuck it

Eenmaal terug thuis, moet Ines een studiekeuze maken. ‘Ik wist het echt niet. Dat ging van psychologie over sociologie tot iets grafisch. Uiteindelijk heb ik eerst bio-ingenieur gedaan. Dat ging best goed, op wiskunde na. Maar ik miste het om met mensen bezig te zijn.’ Dan valt Ines haar oog op Sport en Bewegen, een richting die ze kan volgen op Campus Turnhout aan Thomas More. Dat betekent dat ze op kot moet, want de weg heen is meer dan twee uur lang. Alleen blijkt dat plan financieel niet haalbaar. Ze laat het idee varen en kiest voor Lichamelijke Opvoeding – Bewegingsrecreatie, dichter bij huis. Maar dan zorgt een zware overbelasting aan haar scheenbeen ervoor dat ze moet stoppen. 

‘Toen dacht ik: fuck it! Ik ga toch gewoon Sport en Bewegen studeren. En ik moet en zal het goedkoopste kot van heel Turnhout vinden.’ En dat lukt. Op dat moment is ze 21 jaar, maar het deert haar niet om tussen jongere studenten te starten. ‘Ik voelde mij van in het begin enorm thuis. Ik zat ook in de studentenraad en vond dat ze veel rekening hielden met onze voorstellen. Er was wel altijd iemand beschikbaar en een oplossing bespreekbaar. En dat zeg ik niet om Thomas More te paaien’, lacht Ines.

Boksballen & radslagen

‘Ik kwam binnen op de campus en wist: dit is het. De sfeer zat er goed en de plek ademde sport. Er was een beweegstudio waar we ons in uitleefden, er stonden pingpongtafels, er hing een boksbal, een klimraam ... En niemand keek op van de radslagen die we door de gangen deden’, lacht Ines. ‘Daarnaast was coaching een hoofdvak en dat lag mij echt. Zeker als je weet dat ik eerst psychologie wilde studeren. Het motiveren van mensen, het bewegen, dat wetenschappelijke … Het was alles wat ik wou in één pakket.’

(Lees verder onder de foto's)

Vrienden voor het leven

Sport en Bewegen is een professionele bachelor van drie jaar. Een aanrader voor zoekende studenten? ‘Ja! Als je interesse hebt in het menselijk lichaam en de mens zelf, als je houdt van bewegen en zelf ook gezond leeft: doen. We volgden soms rechtstaand les, bewogen regelmatig en waren bezig met reële situaties en concrete opdrachten. De buitenwereld binnen de schoolmuren dus! En ik kreeg ruimte om mijn eigen projecten binnen te brengen. In mijn laatste jaar besefte ik: met wat ik hier leerde, kan ik zoveel richtingen uit.’ 

In haar laatste jaar zou Ines stage lopen in Canada. ‘Maar toen kwam deze job ertussen. Ik kon als assistent-coach beginnen bij ons nationale goalbal-team, onze Belgian Bulls. Een enorme kans! Dus heb ik mijn buitenlandse stage afgezegd.’ Waar de tocht naar de juiste studierichting zoeken was, blijkt de jobhunt helder. Het wordt een verhaal van het juiste moment, op de juiste plek, met de juiste mensen. Op de trein spreekt Ines een blinde aan, Nicky. Hij is onderweg naar de torbalclub Vige Antwerpen. Torbal is - net zoals goalbal - een balsport voor mensen met een visuele beperking. ‘Toen ik die club op de lijst van potentiële stageplekken zag staan, wist ik: dit is een teken. Ik heb er stage gelopen en ben er blijven plakken.’ Ook nu nog speelt en geeft ze er training als vrijwilliger. ‘Het is zoveel meer dan sporten alleen. Bovendien maakte ik er vrienden voor het leven.’

Dolgelukkig

Tijdens haar opleiding komt Ines dus in aanraking met G-sport en maakt er haar beroep van. Ze werkt één vijfde als assistent-coach bij de Belgian Bulls. ‘Na een cursus bij G-sport Vlaanderen, ben ik er gaan solliciteren. Toen ik hoorde dat ik de job had, zat ik bij Christophe, een vriend die slechtziend is. Hij kon mijn brede lach lezen en is meteen champagne gaan halen om het te vieren. Ik was dolgelukkig’, vertelt Ines fier. ​ 

(Lees verder onder de foto's)

Onze stieren

Goalbal is een paralympische balsport die ontwikkeld is voor mensen met een visuele beperking. Het opzet is de rinkelbal in het doel van de tegenstander te krijgen. Maar je hoeft niet per se blind te zijn om de sport te beoefenen. ‘Ik speel zelf ook. Iedereen draagt een blinderende bril. Dat maakt dat alle spelers gelijk zijn. Maar hoe hard ik ook train, ik zal nooit op nationaal niveau kunnen spelen. Dan moet je blind of slechtziend zijn.’ Als assistente van bondscoach Johan De Rick gaat Ines met de Belgian Bulls wel internationaal. In 2021 nemen ze zelfs deel aan de Paralympische Spelen in Tokio.’ Blij dat ik mijn steentje kon bijdragen in die laatste rechte lijn. Dat was uniek. Om nooit meer te vergeten.’ Naast goalbal en torbal, loopt en klimt ze ook. ‘Een leven zonder bewegen kan ik me moeilijk inbeelden’, vertelt ze nog. 

Blijvend snuffelen

Ines combineert de job van assistent-coach met woonondersteuning in De Markgrave in Antwerpen, een wooncentrum voor blinden en slechtzienden. ‘Ik ga niet stoppen met goalbal, maar ik ben leergierig en blijf snuffelen in de boeken anatomie. Ik overweeg zelfs om nog kinesitherapie bij te studeren. Mijn droom is de referentie worden als het gaat over sporten en bewegen voor personen met een visuele beperking.’

Blind vertrouwen

‘Inclusief sporten, dat is helemaal mijn ding. Werken met mensen die de wereld anders waarnemen, is zo verrijkend! Als je blinden coacht, leer je de dingen heel goed uitleggen. Bovendien zijn goalbal en torbal teamsporten, wat communicatie nog belangrijker maakt. We zijn er ook voor elkaar naast het sportveld. We vertrouwen elkaar blindelings’, zegt Ines. Skills die ook in het dagelijkse leven van pas komen? ‘Absoluut! Dat maakt het ook zo boeiend. Je leert niet alleen anders communiceren, je kijkt ook anders naar de dingen. Je leert dat er veel mogelijk is.’

Een inzicht dat Ines zelf dus ook aan de lijve ondervindt. Soms met, soms zonder beperking. Maar altijd inclusief doorzettingsvermogen en volharding. Altijd het licht blijven zien. Dankzij dat blinde vertrouwen.

 

🧑🏽‍💻 Ines studeerde Sport en Bewegen

📡 Benieuwd naar onze opleidingen vol sport? Je vindt het overzicht hier. ​

🤝🏿 Of kom eens kennismaken!

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Thomas More. Hier gebeurt het.

Hier begint het. Aan de grootste hogeschool van Vlaanderen. Een community van bijna 22.000 studenten, medewerkers en onderzoekers. En een veelvoud aan afgestudeerden. Dat is een onuitputtelijke bron aan verhalen. Hier gebeurt het.